Toen geautomatiseerde gegevensverwerking geboren werd, werd als productiemethode aangenomen wat men toen kende en wat succesvol was gebleken. Helden als Henry Ford en Frederick Taylor leerden ons een herhaalbaar trucje te optimaliseren met Smart-afspraken en Gantt-charts. Helaas is de ontwikkeling van een telkens eenmalig product zoals een functionaliteit in een gegevensverwerkend systeem niet zo te plannen. Programmeerwerk lijkt vaak meer creatief dan constructief en ook de klant en IT-projectmanager (of architect) leert tijdens het ontwikkelen van een systeem.
Sinds de jaren negentig ontstonden er diverse oplossingen om IT-projecten meer organisch en cyclisch te laten verlopen. In plaats van te pretenderen dat we precies kunnen weten wat er gebouwd gaat worden en hoe lastig dat gaat zijn (lees hoe lang dat gaat duren), voeren we het werk uit in kleine stapjes. Er zijn allerlei smaken ontstaan van wat we nu ‘Agile’-methoden noemen. iASSET heeft gekozen voor Scrum, een methode die beproefd is in IT-omgevingen.
De kernpunten van Scrum zijn:
Het programmeerwerk wordt uitgevoerd door een stabiel en zelforganiserend Scrum-Team.
Tussen klant en Scrum-Team staat een Product Owner. Zijn of haar taak is het eenduidig en testbaar omschrijven van de klantbehoefte en deze in volgorde van meerwaarde voor iedereen te zetten.
Het team werkt in een cyclus van meestal twee weken, de zogenaamde Sprint. De cyclus wordt afgerond met een terugblik op het functioneren van het team met als doel steeds beter, effectiever en fijner samen te werken.
Het geleverde gaat meteen in productie (of zoals bij iASSET eerst twee weken in de staging omgeving). Het levert zo weer terugkoppeling op voor de volgende te nemen stappen.
Scrum levert niet sneller resultaat maar wel een product dat beter bij de klantbehoefte aansluit en blije, coöperatieve teams die steeds beter werk afleveren.
De resultaten zijn positief: we zien minder taken die telkens opnieuw moeten worden opgepakt omdat het toch niet was wat de klant vroeg. We zien betere samenwerking binnen ons ontwikkelteam met veel meer participatie van de teamleden.