Van rode lantaarndrager naar kopgroep
Trots zijn ze wel een beetje bij de afdeling Infrastructuur van de provincie Flevoland. Op 1 juli werd een assetmanagementsysteem van iAsset operationeel en daarmee maakt Flevoland een enorme sprong voorwaarts bij het beheer van haar wegen en vaarwegen.
Jarenlang was het beheer en onderhoud van de provinciale wegen en vaarwegen een overzichtelijke klus. Die kon worden gedaan met relatief simpele middelen en een vrij kleine club mensen. De wegen die de provincie bij haar oprichting in 1986 van de rijksdienst kreeg overgedragen lagen er pico bello bij. Reden voor achtereenvolgende provinciebesturen om – zeer doelbewust – een deel van het geld voor beheer te investeren in minder goed ontwikkelde aspecten van de jonge Flevolandse samenleving. Van dat geld werd onder meer het voorzieningenniveau gestimuleerd.
Maar ook (vaar)wegen van hoge kwaliteit zijn een keer toe aan vervanging. En als je dan vervangt, dan wil je de infrastructuur meteen weer toekomst vast voor meerdere decennia maken. Daarom heeft Flevoland vanaf 2010 een grondige exercitie uitgevoerd, met als doel om zonder structurele uitbreiding van de organisatie het beheer van wegen en vaarwegen een forse impuls te geven.
Kroon
De ingebruikname van iAsset als systeem voor het beheer van de wegen en vaarwegen en alles daaromheen is de kroon op het werk. Gedeputeerde Jaap Lodders van Infrastructuur schetst het belang van die stap: “Wij hoefden in vergelijking met anderen altijd weinig aan beheer te doen. Maar nu het wel opportuun is, denk ik dat we meteen in de kop van de eredivisie staan. We hebben de afgelopen jaren goed in de keuken gekeken bij andere overheden en met die informatie zijn we een beheerprogramma gaan maken dat past bij Flevoland. Met als resultaat dat we afgeschreven wegen op tijd vervangen en waar nodig meteen opwaarderen om te investeren in de bereikbaarheid van Flevoland.”
Een paar cijfers: | |
Rijbaanlengte areaal wegen: | 686km |
Lengte areaal vaarwegen: | 157km |
Totale waarde areaal infrastructuur Flevoland: | 1,1 mrd euro |
Jaarlijkse instandhoudingskosten: | 21,0 mln euro |
Het nieuwe assetmanagementsysteem dat in juli in gebruik is genomen gaat Flevoland aanzienlijk meer geld opleveren dan wat het systeem heeft gekost, zo is de overtuiging van alle betrokkenen. Projectleider Peter Noordijk was verantwoordelijk voor de implementatie van assetmanagement bij de provincie. “Belangrijker dan het bouwen van een systeem, is eigenlijk dat je weet wat je hebt, wat het waard is en hoe lang het nog meegaat. Ik denk dat we de grootste slag hebben gemaakt doordat we al onze assets, van bermpaaltjes tot sluisinstallaties, in twee jaar tijd aan diepgaande inspecties hebben onderworpen. Met die basis konden we een weloverwogen keus maken voor een leverancier van software om al die informatie op een intelligente manier te beheren.”
Slim
Het klinkt allemaal makkelijk uit de mond van de projectleider, maar samen met gedeputeerde Jaap Lodders weet hij dat de werkelijkheid vele malen ingewikkelder was. Jaap Lodders: “We moesten natuurlijk ook met Provinciale Staten in gesprek. Het vergt een omslag in het denken. Jarenlang kozen wij ervoor om beperkt af te schrijven op onze infrastructuur. Vanaf dit jaar doen we dat volledig. Maar mede dankzij het assetmanagement en een goed doordachte afschrijvingssystematiek legt dat geen extra last op onze begroting. Als je je onderhoud slim plant en beheer combineert met investeringen, kun je veel geld besparen. We hebben daarover indringend gesproken met de Staten en die zijn vorig jaar met brede steun akkoord gegaan met onze nieuwe aanpak.”
Is er trots in Flevoland? Zowel Jaap Lodders als Peter Noordijk kan dat niet ontkennen. “Wij denken dat we iets moois hebben neergezet.” Waar Peter Noordijk meteen een uitnodiging aan verbindt: “Wij hebben de afgelopen jaren veel geleerd van andere provincies; onder meer bij Noord-Holland was ik meer dan welkom. Als andere overheden nu willen weten hoe wij onze omslag in denken naar assetmanagement hebben gemaakt, dan ontvangen we ze graag in Lelystad.”